Elke maand 700 gevallen van identiteitsfraude
De invoering van vingerafdrukken op onze identiteitskaart moet de fraude helpen indijken.
Identiteitsfraude houdt in dat criminelen, gaande van oplichters tot terroristen, een valse identiteit gebruiken of de identiteit van iemand anders ‘stelen’ om misdrijven te plegen. Identiteitsfraude is opmerkelijk genoeg geen misdrijf op zich, maar het is wel al drie jaar een prioriteit in het Nationaal Veiligheidsplan voor onze politiediensten.
Identiteitsfraude duikt dan ook op bij allerlei vormen van criminaliteit, zoals illegale immigratie, mensenhandel, sociale fraude, oplichting en terrorisme. Vervalste identiteiten worden onder meer gebruikt om de grens over te steken, contracten af te sluiten of andere documenten te krijgen.
Ook de terroristen die betrokken waren bij de terreuraanslagen in Parijs en ons land in 2015 en 2016 gebruikten valse identiteitsdocumenten om onderduikadressen te huren. Ze gebruikten valse namen, zoals die van de topzwemmer Pieter Timmers.
Uit cijfers van de federale politie blijkt dat elke maand gemiddeld 703 gevallen van identiteitsfraude worden vastgesteld in ons land. Van januari vorig jaar tot april dit jaar schommelde het aantal gevallen tussen 661 en 841 per maand. Het gaat om situaties waarbij een valse identiteit of de identiteit van iemand anders is gebruikt of aangepast om een misdrijf te plegen.
Vingerafdrukken
Het aantal gevallen ligt hoger dan veel mensen denken. De voorzitter van de Gegevensbeschermingsautoriteit, die waakt over onze privacy, had het deze week nog over (slechts) ‘duizend gevallen van identiteitsfraude per jaar’ om te argumenteren dat het buitensporig is daarvoor vanaf april vingerafdrukken toe te voegen aan onze identiteitskaarten. Maar alleen al vorig jaar telde de politie 8.461 gevallen van identiteitsfraude. Of dat cijfer hoog genoeg is om de vingerafdrukkenmaatregel te verantwoorden blijft een punt van discussie.
De meeste gevallen van identiteitsfraude worden in Vlaanderen ontdekt, met 971 gevallen in de eerste drie maanden van dit jaar. In dezelfde periode werden 529 gevallen in Brussel en 597 in Wallonië vastgesteld. Acht op de tien van de gekende daders zijn mannen. De meeste daders zijn meerderjarig, al blijkt een op de 17 wel minderjarig te zijn.
Hoewel identiteitsfraude vaker voorkomt dan algemeen wordt aangenomen, geven de politiecijfers niet aan dat het fenomeen spectaculair toeneemt. Terwijl in 2013 7.675 gevallen zijn vastgesteld, steeg dat cijfer tot 9.255 in 2015, maar sindsdien is het aantal weer gezakt naar 8.461 vorig jaar. Dat kunnen de tegenstanders van vingerafdrukken op onze identiteitskaarten dan weer inroepen als argument.
De regering-Michel nam nog andere maatregelen om de identiteitsfraude tegen te gaan, zoals de sensibilisering en opleiding van het gemeentepersoneel. De procureurs-generaal verspreiden binnenkort ook een rondzendbrief om de uitwisseling van informatie tussen het gerecht, de politie en de andere overheidsdiensten te verbeteren.
De gemeentebesturen kunnen gevallen van identiteitsfraude aan de politie melden via de helpdesk Belpic, maar die wordt volgend jaar vervangen door een modernere webapplicatie. Daarmee kunnen ook meer documenten worden doorgestuurd.
Gestolen, verloren of vernietigde identiteitsdocumenten kan u aangeven bij uw gemeentebestuur, de politie of de helpdesk DOCSTOP. Die heeft vorig jaar ruim 208.000 aangiftes verwerkt. Amper 23.000 zijn rechtstreeks doorgebeld aan de dienst. Het gros is doorgespeeld door politiediensten: ruim 127.000 aangiftes vorig jaar en nog eens 57.400 in de eerste helft van dit jaar.
De politie heeft ook zo’n 16.000 teruggevonden documenten gemeld bij DOCSTOP, maar sinds juni hebt u niet meer de mogelijkheid een als verloren aangegeven document weer te laten activeren.
Bron : De Tijd